Expositie in het Memory Museum in Nijverdal

Femy bij ons in de tentoonstelling

Onze bijdrage aan het Memory Vrijheidsmuseum

Enkele maanden geleden kregen we een vraag vanuit het Memory Vrijheidsmuseum (gevestigd in Nijverdal), of wij een koordenpost (over) hadden. Dit in relatie tot een expositie welke zij wilden houden over de zgn. ‘April-meistaking’1943. Aangezien wij inderdaad diverse koordenposten hebben, hebben Kees en Herman van dit museum ons een bezoek gebracht. Na uitleg van waarom zij de koordenpost wilden hebben en wat de staking omvatte, hebben wij dit museum voorzien van een Ericsson koordenpost. In bruikleen wel te verstaan, maar, voor onbepaalde tijd.

De opening van de feitelijke expositie, met daarin ‘onze’ koordenpost, was op 25 april jl.. Uiteraard waren wij uitgenodigd bij deze opening. De expositie werd geopend door de Commissaris der Koningin Provincie Overijssel. Het werd ons duidelijk dat deze ‘April-meistaking’ in Overijssel een grote stempel heeft gedrukt op de geschiedenis en de bevolking destijds.

Het was een grote, algemene en antinazistische staking tegen de gedwongen arbeidsinzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. De staking begint op 29 april in de grote fabriek van de familie Stork in Hengelo, waar bijna 3000 medewerkers het werk direct neerleggen. De telefoniste van Stork, Femy Efftink, belt, gebruikmakend van haar ervaring en adressenbestand, andere bedrijven in Hengelo en omgeving. Al snel verspreidt de staking zich naar het noorden, oosten en zuiden van het land. Van Philips in Eindhoven, tot de mijnen in Limburg en boeren verspreid over het land; in totaal leggen 200.000 mensen het werk neer.

‘Femy’ (L)in de tentoonstelling en Femy (R) tijdens haar werkzaamheden in de 40er jaren.

Femy bij ons in de tentoonstellingFemy tijdens haar werkzaamheden in de 40er jaren

De stakingen in de fabrieken en mijnen waren het duidelijkst meetbaar maar ook in de agrarische sector werd gestaakt. Melk werd weggegooid of direct aan de deur verkocht in plaats van geleverd aan de zuivelfabrieken. Daarom werden de April-Meistakingen ook wel de Melkstaking genoemd in gebieden waar dit de manier van staken was.

Een teleurstelling voor de stakers was dat de Nederlandse Spoorwegen bleven rijden. Ook bleef het stil in en rond Rotterdam, Den Haag en Amsterdam, waar men de bloedige nasleep van de Februaristaking van 1941 nog in het geheugen had. De staking eindigde op 3 mei 1943. Bij het spoorwegpersoneel was overigens wel bereidheid tot staken. Op de stations in Amersfoort en Roozendaal legden de personeelsleden het werk neer. De directie besloot echter dat de treinen moesten blijven rijden.

De staking was de grootste van Nederland met een deelname van rond 400.000 mensen. De staking had veel invloed en werd een keerpunt genoemd in de bezetting. De bezetter leerde dat het niet was gelukt om de Nederlanders tot het Nationaal Socialisme te laten komen en de Nederlanders zagen nu de terreur van de nazi’s waardoor het verzet een enorme impuls kreeg. Zo stond er in 1943 een manifest in Trouw met de volgende tekst: “De vijand heeft thans het masker volledig afgeworpen. De mythe van de grootmoedigheid van den Führer is ten einde. Erkend wordt nu door de Duitschers wat wij zijn: vijanden, en niet een deel van de Groot-Germaanse Gemeenschap.”

De staking heeft geen enkel concreet resultaat opgeleverd, maar wel een psychologische: de geest kreeg hierdoor een impuls voor verzet tegen de Duitse bezetting. Voor de tweede keer hadden de Nederlanders massaal laten zien niet gediend te zijn van vreemde overheersing.

Het einde der staking

De ernst van de situatie was de bezettende macht al snel duidelijk. Reeds op 30 april, nadat vanuit alle provincies berichten binnen kwamen van de uitbreiding der staking, kondigde de hoogste SS-baas Rauter het standrecht af. Her en der werden tientallen mensen (vrijwel) zonder enige vorm van proces gefusilleerd. Een zeer treurige gebeurtenis vond plaats te Marum in Groningen. Op geruchten dat er barricades waren opgericht (in werkelijkheid was een omgehakte boom over de weg gevallen) kwam de Sicherheits Dienst (SD) naar het dorp en executeerde 17 personen. Vier arbeiders van scheepswerven in Hardinxveld kregen de kogel. De lijst kan moeiteloos worden aangevuld met andere voorbeelden van Duits geweld.

Dit harde optreden maakte per 3 mei een einde aan de staking hoewel op sommige afgelegen plaatsen het verzet nog doorging, zoals in Friesland en Noord-West Brabant waar de laatsten pas op 7 mei weer aan het werk gingen. Uit diverse bedrijven kwamen ook berichten dat de staking werd voortgezet met sabotageacties. Maar het openlijke, massale verzet was voorbij. Himmler bedankte Rauter en zijn mannen uitbundig voor het neerslaan van het verzet. De bezetter maakte van de verslagenheid gebruik door het nemen van een aantal maatregelen die duidelijk moesten maken wie de baas was in Nederland. Studenten die hadden geweigerd een loyaliteitsverklaring te tekenen aan het bewind moesten zich melden, mannen in de leeftijd van 18 tot 35 jaar dienden zich te melden voor de Arbeidsinzet en tenslotte volgde op 13 mei het bevel tot inlevering van radiotoestellen. De Duitse hoop het Arische broedervolk aan zijn zijde te kunnen krijgen was de bodem ingeslagen.

De nazi’s doodden uiteindelijk ruim 200 mensen. Het is het meest massale protest in bezet Europa en mogelijk de grootste staking uit de Nederlandse geschiedenis.